In een persbericht schets Assocalzaturifici, de vereniging van Italiaanse schoenfabrikanten, een somber beeld. Het aantal in de schoenenindustrie actieve ondernemingen daalde met 101 bedrijven en de bedrijfstak telde aan het eind van het jaar 2.600 minder werknemers. “De cumulatieve cijfers voor de eerste negen maanden van het jaar laten een sector zien die zwaar op de proef is gesteld door de Covid noodsituatie”, zegt Siro Badon, voorzitter van Assocalzaturifici.
Export
De export daalde met -20,1% in hoeveelheid gedurende de eerste negen maanden van het jaar. In totaal werden tussen januari en september 127,1 miljoen paar schoenen in het buitenland verkocht. Dat was bijna 32 miljoen minder dan in dezelfde periode van 2019.
De export binnen de Europese Unie, goed voor 65% van de totale hoeveelheid, daalde met 16,5% in termen van volume. De export naar Frankrijk daalde het meest met ruim 20%, maar minder sterk naar Duitsland (-14% minder paren), België (-13,4%) en Nederland (-12%).
Klassiek of pantoffels
Tijdens de eerste negen maanden van 2020 was grotendeels minder vraag naar klassieke schoenen voor mannen en vrouwen. Hier werd ongeveer 30% minder van verkocht. De verkoop van kinderschoenen en sportschoenen/sneakers daalde tussen -15 en -20 %. De daling in het segment voor pantoffels en loungeschoenen was het minst met -7,4% in termen van het aantal verkochte paren. Lockdowns, thuiswerken en minder gelegenheden om nieuwe schoenen voor aan te schaffen waren hier de oorzaak van.
Kleine opleving in september
In de maand september beleefden de Italiaanse schoenfabrikanten een kleine opleving. “We zagen de eerste timide signalen van een terugkeer naar ‘normaliteit’. Zowel op de Italiaanse thuismarkt als internationaal was de vraag gelijk aan die in september 2019”, zegt Siro Badon, die niet lang optimistisch kon blijven. “De hierop volgende tweede golf van de pandemie heeft ernstige gevolgen voor de industrie en het vermogen het nog langer vol te houden. We maken ons ernstige zorgen over de maanden die voor ons liggen.”
Bron: Schoenvisie