Van Lier en Van Bommel, de twee bekendste Nederlandse schoenenmerken, hebben het zwaar. Het tweehonderd jaar oude familiebedrijf Van Lier uit Breda leed afgelopen boekjaar verlies en verkocht volgens eigenaar Geert van Spaendonck ruim tienduizend paar schoenen minder dan begroot. Het nog oudere Van Bommel uit Moersgestel noteerde in de laatste twee jaar waarover is gerapporteerd ook verliezen.
De malaise treft vrijwel de hele Nederlandse leer- en schoenenindustrie, die groot werd in Waalwijk en omgeving. Schoenenwinkels verdwijnen uit de winkelstraat. Van de 3400 winkels in 2012 is minder dan de helft over.
Schoenenmarkt 'versneakert'
Zeker de klassieke 'nette' herenschoen heeft het zwaar. Zelfs bij Van Bommel en Van Lier is die nog maar goed voor een klein deel van de verkopen. De schoenenmarkt versneakert. "Nette schoenen, dat ligt helemaal op zijn gat", zegt Jaco Flach, eigenaar van het schoenenmerk Rehab. "Dat merken we ook aan onze eigen collectie. Nette schoenen waren 50% tot 60% van de omzet, nu nog maar 10%".
De ondernemer verkocht Rehab twaalf jaar geleden aan Unlimited Footwear, maar kocht het eerder dit jaar weer terug na een bankroet van dat bedrijf. Ook het Waalwijkse Nubikk, een ander Nederlands schoenenmerk, is uit de failliete boedel teruggekocht. Oprichter Daan Baeten gaat zelfstandig verder met het merk dat hij vijf jaar daarvoor had verkocht.
Veel productie van Unlimited Footwear zat in Azië en dat leidde tot leveringsproblemen, vertelt Flach. "We laten Rehab maken in Portugal, net als de meeste Nederlandse merken. Die hoeven niet vijf weken op de boot. De schoenen worden vooral verkocht bij de betere schoenen- en kledingwinkels, zoals Only for Men of Van Uffelen."
Minder eigen winkels
"De trend om eigen winkels te openen is voorbij. Eigenlijk moet je geen single brand stores meer openen", vindt Mike van Snek. Hij is CEO van modebedrijf HVEG, dat onlangs de Nederlandse merken Fred de la Bretoniere en Shabbies heeft overgenomen. "Eigen winkels zijn te duur".
"Je hebt minstens twee man personeel nodig en de huren zijn hoog. Fred de la Bretoniere had vroeger ook winkels, maar nu niet meer."
Schoenproducenten moeten het tegenwoordig meer hebben van internetverkoop en van winkels die meerdere merken verkopen. Maar ook die hebben het moeilijk. De luxe schoenenwinkels van Shoebaloo gingen in 2023 dicht, mede omdat schoenfabrikanten eigen winkels gingen openen. De verlieslatende schoenenketen Van den Assem is dit jaar overgenomen door modebedrijf Omoda uit Zierikzee.
Het Amsterdamse schoenenmerk ETQ, dat in 2022 failliet ging, gaat zelfs volledig online verder. "Door de e-commerceverschuiving hebben consumenten meer keus", aldus Sebastian Monteban, die een doorstart maakte. "Als je te lokaal blijft denken of het e-commercespel niet snapt, kun je de boot missen. Het bedrijf richt zich nu met lokale voorraden in verschillende landen op internationale expansie".
Dure sneakers
De hele schoenenbranche heeft het moeilijk, maar vanuit Amsterdam doen enkele fabrikanten van sneakers van meer dan €200 het redelijk goed. "Het is niet makkelijk, het is marktbreed dit jaar moeilijker", zegt oprichter Guillaume Philibert van het internationale merk Filling Pieces.
Hij ziet dat er een shake-out is van ondernemers. 'Maar dat geeft ook ruimte voor nieuwe merken.'
De omzet van Filling Pieces wil hij niet kwijt, wel dat het merk groeit en winst maakt. "Ik denk graag dat we succes hebben omdat we meer creativiteit en merkbeleving hebben en daar ook in willen investeren. We waren er online heel vroeg bij en hebben internationaal ook veel verkooppunten. Bovendien zijn we nog onafhankelijk en dat geeft flexibiliteit. We waren de eerste independent na Van Lier en Van Bommel".
Die onafhankelijkheid koestert ook Mason Garments, dat onder de rook van Schiphol het ontwerp, de verkoop en marketing van zijn schoenen doet. "Wat ons onderscheidt van vrijwel alle andere Nederlandse merken is dat wij altijd 100% zelfstandig geopereerd hebben zonder externe geldschieters of andere aandeelhouders", zegt Managing Director Soufyan el Hammouti.
Een ander verschil is dat het merk produceert in modeland Italië. "Dat is toch het summum van kwaliteit in mode", zegt El Hammouti. Dat kost wel wat. "Onze prijzen beginnen bij €285. We zitten al relatief aan de prijs. Die hoge prijzen maken het merk wel minder kwetsbaar voor kostenstijgingen. Een stijging van €285 naar €295 maakt niet zoveel uit".
Het Financieele Dagblad: Nederlandse schoenenindustrie vecht om te overleven
Het gaat niet goed met Nederlandse schoenenfabrikanten. De klassieke merken uit Brabant rapporteren verliezen, terwijl een aantal anderen na een faillissement probeert op te krabbelen. Ondertussen zijn de productiekosten sterk gestegen, moeten belastingschulden terugbetaald worden en zijn consumenten afwachtend geworden met de aanschaf van schoenen. Enkele Amsterdamse producenten van dure sneakers onttrekken zich wel enigszins aan de malaise.